biefstuk

ik was een biefstukje aan het eten,
nadat ik het had gebakken.
want rauw lust ik dat niet zo.
ik had het op een bord gelegd
maar het was nogal een grote lap vlees.
daarom nam ik een mes en een vork.
ik stak de vork in het gebakken biefstuk.
niet ver van de rand.
daarna sneed ik het stukje er af
waar ik mijn vork in had gestoken
met het mes.
ik stak het afgesneden stuk biefstuk
in mijn mond
met de vork.ik nam de vork uit mijn mond
omdat ik anders moest knabbelen
op een stuk vlees en een stuk metaal.
het stuk biefstuk bleef evenwel zitten
in mn mond.
maar dat was gepland.
ik knabbelde er een tijdje op.
en slikte het afgesneden stuk biefstuk door.
zo ging het nog een tijdje verder
tot het gebakken biefstuk helemaal op was.
natuurlijk likte ik nadien mijn bord af.
want ik doe niet graag de afwas.